Visverhaal van Jordy Kyper: De hobby vissen is bij mij niet zomaar uit de lucht komen vallen. Het is eerder met de paplepel ingegoten. Al van jongs af aan ging ik na het avond eten met mijn vader mee witjes vangen bij ons achter op het kanaal. De witjes werden lappen van brasems en de brasems werden biggen van karpers. Al enkele jaren gaan mijn pa en ik op visvakantie. Vaak blijven we binnen Nederland en zoeken we elke keer weer een ander water uit. Dit jaar zijn we voor een lang weekend naar het water De Ganzenkuil gegaan.
De Ganzenkuil ligt in de provincie Gelderland, vlak aan de rivier de Waal en onder de rook van Nijmegen. Het water is een zandwinningsput van 19 hectare met een diepte tot 22 meter. De grootte en diepte van het water sprak mij al direct aan. Enkel gaat het met maar 4 dagen de tijd, stijgende temperaturen en een voor ons compleet onbekend water een aardige uitdaging worden. Gelukkig beschikte we over een dieptekaart en na de nodige research op het internet steeg het vertrouwen en waren we klaar voor het jaarlijkse, zo vader zo zoon trip.
Met een vol geladen Caddy vertrekken we vanuit Amsterdam richting het plaatsje Deest. In de auto begint de spanning te stijgen. Meerde malen klinken de vragen als welke stekken van het water er nog beschikbaar zullen zijn, er überhaupt wel meerdere vissers aanwezig zijn of dat we het water voor ons alleen hebben. Hoe pakken we het bij aankomst aan? Direct de hengels erin of eerst voeren?
Bij aankomst van het water is het even zoeken waar we ons moesten melden, maar na een tijdje komt er een oude man naar ons toe gelopen. De oude vriendelijke man was ons bijna vergeten en bood ons zijn excuus aan. Dit excuus is al zeer snel geaccepteerd wanneer hij verteld dat er geen andere vissers aanwezig zijn en dus het rijk voor ons alleen hebben. De oude man is niet de beheerder zelf maar door afwezigheid verwelkomd hij ons. De oude man verteld ons dat er vorige week nog een karper was gevangen van 38 kilo. Of was het nou 38 pond? Hieruit blijkt dat er weinig informatie over het water zelf te halen valt en dat we blanco de strijd aan moeten gaan.
De poort wordt geopend en de auto rijdt het onverharde pad op. Al direct vallen de monden open door de natuur waar we ons in bevonden. Naast het vissen vinden we natuur altijd zeer aangenaam tijdens onze vakanties. De flatgebouwen, auto’s en de drukte van de stad hoeven we deze dagen even niet te zien.
Als god in Frankrijk rijden we rond het water. Om de 50 meter stappen we uit en turen we over het water. De helderheid van het water en de snelle afloop van de diepte valt ons al snel op. Aangekomen op de helft van het water is het, desondanks de helderheid en het zonnige weer, ons nog niet gelukt om enige aanwezigheid van karper te waarnemen. Door de warme temperaturen is al mijn hoop gericht op het achterste ondiepere gedeelte van het water. We besluiten de auto achter te laten en onze zoektocht te voet door te zetten. Struinend door de bosschage met polaroid brillen op het hoofd, zoekend naar karpers.
Ja, eindelijk! Tussen de takken van een gezonken boom schuiven zeer gemoedelijk twee karpers langs. Het zijn geen beukers van karpers maar de grote doet er nu even niet toe. Mijn vader ontdekt ze ook en samen volgen we de twee karpers voor enkele minuten. Al snel klinken er meerdere plannen en strategieën over hoe het aan te pakken. De spullen worden niet direct uit de auto gehaald maar we besluiten eerst het rondje af te maken. Ten slot, het ondiepe gedeelte hebben we nog niet bekeken. Wanneer we steeds dichter bij het achterste ondiepe gedeelte aankomen staan we beiden plots stil. Zie jij dat ook? Is dat wat ik denk dat het is? Karpers? Allemaal?!
Als we bij het achterste gedeelte bereiken en boven op het dijkje staan vinden we daar het gene waar we naar zochten. Karpers! Het ondiepe gedeelte ligt stamp vol met zwarte brede ruggen. Het valt stil en het enigste wat je nog hoort is het geluid van twee sneller kloppende harten. De spanning stijgt.
De karpers die we aantreffen zijn niet van het oude bestand en betreft voornamelijk uitzet spiegels. Aangezien we niet veel dagen tot onze beschikking hebben besluiten we niet de focus te leggen op het oude bestand maar meer op het vangen van aantallen in de hoop dat er een dikke klapper tussen zit.
De keuze voor welk gedeelte van het water we gaan bevissen is dus duidelijk. Nu volgt het lastigste gedeelte en dat is om de vis ook in dit gedeelte te houden. Dit is niet gemakkelijk aangezien door de ondiepte onze aanwezigheid sneller zal doen worden opgemerkt. We besluiten om eerst op onze gemak de benodigde spullen uit te laden, alles op te tuigen en de tenten neer te zetten. De boot wordt voorzien van lucht en een voertje van partikels, pellets en gebroken boilies is er klaar voor.
We houden de aanwezige karpers goed in de gaten en zodra we steeds minder activiteit zien gaat de boot te water. De ondiepe baai wordt zeer verspreid voorzien van kleine beetjes partikels in de hoop de karpers vertrouwen in het voer te geven. Ook lijndruk wordt geminimaliseerd door de eerste nacht met vier, in plaats van zes, te vissen en deze onder de eigen kant te plaatsen.
Het zal rond een uur of 4 in de nacht zijn geweest. Een monotoon geluid van een beetmelder klinkt in mijn oor. Zodra ik mijn ogen open zie ik de hengel van mijn vader krom worden getrokken en schieten er meters lijn van de molen af. Vanonder mijn brolly zie ik mijn vader de tent uit schieten en vlug de hengel op pakken. De karper is niet te houden en vertrekt als een male de diepte in. Nog half slaperig staan we machteloos te kijken hoe de karper meters lijn pakt. Ik besluit de boot te pakken maar zodra ik mij omkeer is het helaas al te laat. Pats! Het geluid wat ons nog dagen bij zal staan. Zonde, dood zonde. Positief als dat we proberen te blijven zien we het als een begin van een avontuur.
We dwalen weer af de slaapzak in en proberen nog een paar uurtjes slaap te pakken. Dit tevergeefs, de ene piep na de andere piep klinken uit mijn beetmelders. Zodra de zon opkomt en de temperatuur als snel de 20 graden aan tikt wordt het duidelijk waar de loze piepen vandaan komen. De ondiepe baai vult zich snel weer met de brede zwarte ruggen. Dit keer alleen niet om te gaan chillen tussen het wier maar om het spel van de liefde te gaan bedrijven. Als gekke schieten ze onder de hengel toppen door de lijnen heen. Het doet ze niks en de aandacht voor het voer is al helemaal ver te zoeken.
Het is nog in de ochtend als ik vanuit mijn brolly als een voyeur toe kijk naar het paai schouw spel. Denkend hoe ik hun aandacht weer kan omzetten naar iets verleidelijker. Ik besluit een stukje te gaan lopen en kom erachter dat nog niet elke karper in de paai zit. Er volgt een verandering van tactiek en de twee hengels welke in de ondiepe baai liggen worden binnen gehaald. De tackle-box wordt geopend en de keuze valt op een onderlijn van fluor-carbon. Ook wel Ronnie of Spinner-rig genoemd. Een geel gekleurde 15mm pop-up in de smaak Toasted Almond wordt middels een screw aan de haak bevestigd. Enkel deze hengel gaat te water. Vlak onder de eigen kant en geplaatst tegen de rand van een plantvrij gedeelte. Er wordt niks bijgevoerd en na een uurtje blijkt deze verandering in tactiek een gouden keuze te zijn.
De hengel met de Ronnie-rig eraan staat te stuiteren op de steunen. Vlug waad ik door het water en pak de hengel op. Als een wilde schiet de karper door het wier. Na wat manoeuvres de karper weer het wier uit krijgen kan mijn vader het net eronder schuiven. Beide staan we juichend in het water, blij met de eerste Ganzenkuil karper in het net. Hopend dat er nog vele bij komen.
Het voordeel van de paaiende karpers is dat wij ze onopgemerkt goed kunnen bestuderen. Zelfs wanneer ik overdag met de boot de ondiepe baai in drijf cruisen er meerdere karpers de boot onder vandaan. Net alsof ik mij even in Curaçao tussen de dolfijnen bevind. De meeste zijn wat kleinere spiegels maar enkele grote schubs vaten mijn aandacht. Wat mij vanuit de boot opvalt zijn de meerdere duidelijke stroken van trekroutes tussen de planten. Deze stroken zijn plantvrij en de bodem bestaat uit zand en grind. Ideaal dus voor het plaatsen van montages.
Zoals jullie hebben kunnen lezen wordt er alles aan gedaan een karper op de kant te krijgen. Ook dat dit niet gemakkelijk is moge duidelijk zijn. Zou het ons nog gaan lukken om naast de uitzet spiegels er eentje van het oude bestand te kunnen vangen? Dit alles lezen jullie volgende week in deel 2 van “Het jaarlijkse, zo vader zo zoon trip “ artikel.